Kyll verslag 2025
Wie het kleine niet eert ................is het grote niet weerd
Van 7 tot 12 mei 2025 zijn John, Perry en ik naar de Kyll geweest, met de overnachtingen op
hetzelfde adres als vorig jaar september.
Om geen beperking te hebben in de mee te nemen visspullen, hebben we ervoor gekozen
om met twee auto’s te gaan, John met Perry reden via Gerolstein, omdat John een nieuwe
Fischereischein nodig had en ik zonder omweg direkt naar onze B&B. Daar kwamen we
precies tegelijk aan rond kwart voor elf.
Na de slaapplekken te hebben verdeeld; John hebben we apart gelegd vanwege zijn
ingebouwde wekker, te hebben uitgepakt en een bakje te hebben gedaan met Sonja en
Rinus de B&B eigenaren, zijn Perry en ik die middag al gaan vissen. John heeft die middag
rust genomen. De daarop volgende dagen zijn we telkens met zijn drieën naar de Kyll
getrokken.
Het weer zat ons echt mee en hoewel het de eerste dagen best druk was met vliegvissers in
de Kyll, hebben we heerlijk gevist en een leuk aantal vissen kunnen vangen. Vooral de laatste
avond was Perry zeer succesvol met de droge vlieg.
De natuur was overweldigend, fris groen, veel mooie bloemen en bloesem, mooie vogels en
insecten en uiteraard mooie vis.
In de B&B was het goed vertoeven en gezellig kletsen met Sonja en Rinus en met de andere
gasten. In het Doner restaurantje werden we herkend van onze bezoeken vorig jaar
september en hebben we weer lekker gegeten. De bakker had weer heerlijke broodjes en
een Schwarzwalder Kirschtorte voor Perry.
De techniek,
Vorig jaar had ik het Euro-nymhen in de Kyll geprobeerd, met een 6m lange leader van 0,22
mm nylon, een sighter, een vrij korte tippet afgestemd op de beperkte diepte van het water
en een erg zware nymph. Mijn 0,18 mm dunne sighter vond ik moeilijk te zien, ook aan mijn
hengeltop kon ik de aanbeten, als die er waren, niet goed zien. Die vismethode heb ik toen
in 2024 niet doorgezet.
De waterstand was nu vrij laag, circa 50 cm volgens de pegel Densborn2 en het water was
kraakhelder.
Met mijn 10”#3 hengel met gevoelige top heb ik mij niet opnieuw gewaagd aan het Euro
nymphen. Wel ben ik begonnen met te nymphen, een korte leader van 0,22 mm nylon met
daarop een verplaatsbare beetverklikker en daaronder een korte tippet van 0,12 mm nylon
afgestemd op de beperkte diepte van het water en een zware nymph.
Het vissen te beginnen stroomopwaarts onder mijn hengeltop zonder of met nauwelijks
vliegenlijn op het wateroppervlak, bewoog ik mijn hengeltop voor mij langs mee met mijn
beetverklikker en de stroming van de Kyll. Na enkele worpen steeds iets verder van mij af en
dus met iets meer vliegenlijn op het water. Om te zorgen dat mijn drijvende vliegenlijn niet
door de stroming aan mijn nymph trok, moest ik mijn lijn regelmatig stroomopwaarts
menden. Op die manier viste ik het water af vanaf mijn standplaats, om vervolgens enkele
meters stroomopwaarts te waden om daar hetzelfde te doen. In eerste instantie viste ik met
een zo klein mogelijke beetverklikker, later met een grotere, beter zichtbare beetverklikker.
Het werpen met deze opzet gaat niet zo erg mooi omdat de leader met beetverklikker niet
zo mooi overslaat, de beetregistratie is echter wel goed in mijn beleving.
Deze methode heeft mij meerdere mooie forellen opgeleverd, maar ook meerdere
losschieters en meerdere missers. Waardoor deze losschieters en missers plaats vonden
weet ik niet; te vroeg slaan, te laat slaan, of een andere reden, wie kan het mij zeggen?
In de loop van de middag zagen wij steeds meer kleine bruine eendagsvliegjes vliegen en
forellen naar en door het wateroppervlak stijgen. Beetverklikker van de lijn en een drijvende
vlieg eraan. Op dezelfde manier als met de nymph heb ik toen het water afgevist met mijn
droge vlieg.
Later die week ben ik voor het vissen met de droge vlieg toch overgegaan op mijn 9”#3
hengel met iets minder gevoelige top met aan mijn drijvende vliegenlijn een getwijnde
leader en een 0,12 mm tippet van circa 2m, met deze leader gaat het werpen toch mooier,
omdat de lijn met droge vlieg dan beter overslaat en meer gestrekt op het water komt.
Om de vis zo min mogelijk te verschrikken, paste ik stroomopwaarts vanuit mijn zij de
boogworp of Curve-cast toe, zoals Hans die mij heeft geleerd, met de bedoeling de
vliegenlijn niet over de vis te laten gaan.
Met de droge vlieg heb ik ook weer meerdere mooie forellen gevangen, maar ook
losschieters en missers gehad. Waardoor deze losschieters en missers weet ik niet; te vroeg
slaan, te laat slaan, of een andere reden, wie kan het mij zeggen?
Vooral die missers intrigeren mij, je ziet die forel soms de vlieg echt van onderaf pakken en
soms zie je de forel heel enthousiast uit het water komen.
Perry heeft mij ook nog een tip gegeven hoe stroomafwaarts met de droge vlieg gevist kan
worden; om de op het wateroppervlak drijvende lijn niet voorbij de vlieg te laten gaan en
aan de vlieg te laten trekken, kan een Reach cast worden toegepast, opdat de leader en
tippet niet geheel gestrekt op het water komen, een Wiggle cast zou ook kunnen.
Bij die verschillende worpen, Curve-cast, Reach-cast en Wiggle-cast, wordt bewust enige
slack (vrije ruimte) in de lijn gemaakt, opdat de lijn de vis niet verjaagt of de vlieg
onnatuurlijk snel over het water laat bewegen. Om toch voldoende contact te houden met je
vlieg en de haak te kunnen zetten, moet die slack uiteraard niet te groot zijn.
We doen allemaal ons best om vis te vangen, ik hoop dan ook op reacties en tips om meer
vis te kunnen vangen.
Tight Lines!!